Beste partijgenoot,
De PvdA zat de afgelopen jaren in een regering die niet genoeg
gebracht heeft om trots op te zijn. Laat u niet in de war brengen door
de speech van Diederik Samsom gisteren op ons congres. Halve waarheden,
gegoochel met cijfers en het domweg van problemen waarmee
honderdduizenden Nederlanders, die in 2012 hun hoop op onze partij
gesteld hadden, iedere dag mee geconfronteerd worden, acht jaar na de
start van de crisis.
Diederik claimt dat dit kabinet ons weer uit de crisis heeft gehaald,
door ‘de motor van vooruitgang weer te repareren’. De waarheid is dat
het kabinet door bezuinigingen en lastenverhogingen de crisis juist
verdiept heeft en het herstel vertraagd, terwijl we juist investeringen
in duurzame groei en werk hadden beloofd. Ook de oorzaken van de crisis
zijn onvoldoende aangepakt: alle cijfers staan op oranje voor de
volgende crisis. Diederik claimt dat het goed gaat met de
werkgelegenheid: nog nooit waren er zoveel banen! Maar die banen zijn
vooral kleine flexbaantjes, ‘slecht werk’ in de woorden van Lodewijk
Asscher, zonder enige vorm van bestaanszekerheid. Daardoor zitten er in
de cijfers van Diederik ook veel mensen met twee of meer banen. In
werkelijkheid werken we in uren minder dan in 2008. En degenen die
werkloos werden in de crisisjaren zijn dat nog bijna allemaal. Ouder dan
45 jaar? Dan kan je vergeten in ons land om nog aan het werk te komen.
Jonggehandicapten zitten thuis op bank en zijn uit de
werkloosheidscijfers verdwenen, tegenprestaties en het ontijdig sluiten
van de sociale werkvoorziening leiden tot verdringing aan de toch al
extra krappe onderkant van de arbeidsmarkt. Het kabinet heeft
honderdduizenden banen vernietigd door bezuinigingen, met name in de
zorg, en met name weer aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De daling
van de werkloosheid is maar zeer beperkt – slechts 5000 in het laatste
kwartaal, terwijl er nog ruim 1 miljoen mensen graag aan het werk
willen.
Diederik claimt ook dat dit kabinet de lusten en de lasten eerlijk
verdeeld. Maar de werkelijkheid is dat schrijnende armoede én abjecte
rijkdom nog steeds toenemen. De ongelijkheid groeit, in inkomen én
vermogen. Het belastingplan geeft het grootste deel van de 5 miljard (!)
euro weg aan mensen die het niet nodig hebben en die het geld uit
onzekerheid oppotten. Den Uyl streed nog samen met de vakbeweging voor
‘centen in plaats van procenten’, maar nu propageerde de PvdA fractie
exact het omgekeerde! In het grootbedrijf stikt het van het geld, maar
onze bedrijvenbelasting is nog steeds idioot laag. Vermogen wordt
nauwelijks extra belast. Eén op de tien van de mensen in de bijstand
zitten er al 15 jaar in. Diepe, blijvende armoede, zonder enig
toekomstperspectief, maar met dagelijkse vernederingen. Onder ouderen
neemt de armoede toe: ieder jaar groeit het aantal AOW-ers dat
aanvulling uit de bijstand nodig heeft, en pensioenkortingen dreigen
door idiote rekenregels van dit kabinet. Door de pensioenleeftijd in
tijden van hoge werkloosheid te verhogen krijgen steeds meer ouderen
bijstand voorafgaand aan hun pensioen en een pensioengat. Het aantal
problematische schulden groeit nog steeds: één op de vijf huishoudens
heeft ermee te maken. En door het leenstelsel is m.n. de doorstroom
vanuit het mbo naar het hbo dramatisch gedaald, en nemen de kansen om
van een dubbeltje een kwartje te worden weer verder af.
In de zorg hebben we een ware kaalslag gepleegd bij de thuiszorg, de
huishoudelijke hulp, en de dagbesteding, ‘eigen kracht’ is verworden tot
‘eigen verantwoordelijkheid’, de wachtlijsten in de jeugdzorg nemen
weer toe, de marktwerking leidt tot risicoselectie en geldverspilling,
de uitvoering van de PGB’s is een puinhoop en de eigen risico’s rijzen
de pan uit. Reparatie komt weliswaar traag en deels tot stand, maar
ondertussen is het vertrouwen in een kwaliteit-verbeterende transitie
bij de burgers vervlogen.
Door niet te doen wat nodig is – in banen, in verdeling van inkomen
en vermogen, in armoedebestrijding, in voldoende sociale woningen, in
goede zorg – is er nu ook minder draagvlak voor solidaire opvang van
vluchtelingen en komen mensenrechten onder druk. Het tekort aan banen en
woningen is niet de schuld van vluchtelingen, maar van decennia lang
verkeerd nationaal beleid – beleid dat wij nu ook verdedigen en maar
heel zwakjes weten bij te buigen.
Volgens Diederik moeten we ophouden hierover te tobben en juist trots
zijn. Sorry Diederik, ik ben het niet en jij zou het ook niet moeten
zijn. Aan je bevlogenheid ligt het niet, en ik weet dat jij en je
fractiegenoten iedere dag keihard werken, en af en toe is er echt wel
een succesje om trots op te zijn, maar de koers is verkeerd. Het op
koers houden van een in zichzelf onrechtvaardig en niet effectief beleid
brengt alleen op de korte termijn en alleen onder de Haagse kaasstolp
stabiliteit, maar veronachtzaamt dat de crisis zich juist, op langere
termijn en breed in de samenleving, verdiept. Werk staat ten onrechte
niet op één, ongelijkheid is niet of nauwelijks bestreden en in plaats
van schouder aan schouder tegen onrecht te strijden van mensen die door
fout beleid en pech in de problemen zitten, lult de PvdA in abstracties.
Niet mensen, maar systemen en stelsels staan centraal. Overal in Europa
klinkt de roep om verandering. Een oproep om afscheid te nemen van een
conservatief neoliberaal bezuinigingsbeleid. Een radicaal ander beleid
is nodig en wordt door steeds meer burgers gevraagd, maar onze
partijleiding blijft autistisch doordrammen.
Natuurlijk, je wijst op de ‘lastige coalitiegenoot’, met wie ander
beleid moeilijk te realiseren is. Maar jij had die coalitiegenoot in een
vloek en een zucht na de verkiezingen in 2012 gekozen. Je had aan de
VVD je woord gegeven, en chanteerde ons daarmee tot en met het strafbaar
stellen van de meest weerloze mensen, illegale daklozen. Natuurlijk,
andere coalities waren moeilijk geweest, en ze worden steeds moeilijker,
maar je hebt het niet eens geprobeerd, je hebt de afgesproken
samenwerking met andere linkse partijen meteen opgeblazen, en – het
meest belangrijkste – je hebt volgens mij niet eens meer zelf het
vertrouwen dat onze idealen en ons eigen programma kiezers weet te
mobiliseren. Op die manier gloort er inderdaad nooit een progressieve
meerderheid.
De crisis kwam van rechts en wij werken nog steeds mee aan rechts
beleid, omdat de marketeers in onze partij maar blijven zeggen dat voor
links beleid geen meerderheid is te krijgen. In plaats van draagvlak en
vertrouwen te bouwen voor een andere, linkse politiek, leiden we daarom
nederlaag na nederlaag. De partijleiding lijkt nu de gelederen gesloten
te hebben, kost-wat-kost zitten we de rit samen uit. Maar het kost heel
veel. Ons land gaat steeds verder kapot door verdeeldheid en gebrek aan
hoop en inspiratie, en onze partij staat op een all-time dieptepunt, qua
vettrouwen van kiezers, qua ledenaantal en qua ideologische verwarring.
Hans Spekman wees op onze mooie linkse verhalen: Van Waarde, het
rapport Melkert, ons Europees verkiezingsprogramma. Maar het was
veelzeggend dat Diederik het daar niet over had. Het mantra van het
kost-wat-kost uitzitten van deze coalitie maskeert de ideologische
tegenstelling die er met de neoliberale vleugel in onze partij
natuurlijk wel degelijk is. Daarom hebben alle mooie, linkse plannen
voortdurend alleen maar betrekking op de periode na maart 2017, na de
volgende verkiezingen. Het is een vlucht vooruit, zie ook de plannen
voor de Klimaatwet en (de volledig uit de lucht komende) investering van
10 miljoen euro in het onderwijs die Diederik dit weekend buiten het
congres (tot zover de ledendemocratie) bepleitte. En de investeringen in
de maakindustrie, die hij vandaag in zijn zondagsbrief bepleitte, maar die hij ook al in 2012 had beloofd, maar waar hij tot nu toe niets concreets aan gedaan heeft.
Diederik denkt kennelijk dat de kiezer gek is. Dat hij nog een keer
geloofd wordt in een campagne waarin links beleid door hem gepropageerd
wordt. Maar Diederik is, hoewel hij inderdaad in 2012 steeds een
voorbehoud heeft gemaakt over wat hij waar kon maken, het symbool
geworden van ‘links lullen en rechts poetsen’. Maar zoals Schaeffer ooit
zei: ‘in gelul kan je niet wonen’ – het komt op de daden aan. Zeggen en
doen, pleiten en stemmen – ze liggen vaak te ver uit elkaar. Iedere
keer steekt er een storm van protest en cynisme op, zie ook de motie
over het PGB dit congres en die over de uitvoering van het kinderpardon.
Bart van Bruggen van de JS hield een pleidooi voor meer urgentie om Van
Waarde ook nu in het beleid daar meer zichtbaar mee te doen. Het werd
weggezet als een bureaucratische oefening om op te schrijven wat ze nu
al het doen zijn, terwijl de – tegen de zin van fractie en partijbestuur
– aangenomen motie in feite een oorvijg is die vraagt om verandering
van beleid. Bart verwees naar het clublied van Feyenoord met ‘hand in
hand kameraden’, maar ook het ‘geen woorden maar daden’ verdiend in dit
verband vermelding. Het was typerend voor het autisme in onze
partijleiding dat Diederik met geen woord reageerde op het aannemen van
deze motie.
Steeds meer leden in de partij laten hun ontevredenheid blijken. Een
kwart van de stemmende leden stemde op mij bij de kandidaatstelling voor
het partijbestuur, vele moties die afgewezen werden door de
partijleiding werden wel aangenomen of met minieme meerderheden net
verworpen. Er gloort verandering, maar ik vrees dat het front van
Diederik, Jeroen, Hans en Lodewijk er alles op alles aan zal doen dat in
ieder geval tot aan maart 2017 tegen te houden. Na de onvermijdelijke
verkiezingsnederlaag zal het debat over de oorzaken van de nederlagen
dan losbarsten.
Diederik zou toejuichen als er straks tegenkandidaten zijn als
lijsttrekker. Ik hoop het ook, maar waarschijnlijk om andere redenen. Ik
hoop het omdat ik dus niet trots ben op dit beleid. En omdat ik het
niet wil verdedigen. En omdat Diederik zijn speech in het congres bij
mij juist minder vertrouwen gaf in zijn capaciteiten om het vertrouwen
van de kiezer te herwinnen en dan wel goed beleid te gaan uitvoeren.
Daarom bleef ik ook zitten bij het rituele applaus aan het einde van het
congres. En ik hoop dat er andere aansprekende kandidaten opstaan die
een ander verhaal tegenover dat van Diederik durven en kunnen uitdragen.
Zo’n kandidaat moet problemen van gewone mensen herkennen, erkennen
en aanpakken. Niet meer wegkijken of mooipraten. We moeten ons weer
sterk maken voor een open linkse aanpak uit de crises, ons verbinden met
partijen en organisaties die inhoudelijk dicht bij ons staan, en van
daaruit geloofwaardige politiek bedrijven. Het zal even duren, maar
alleen dan maken we kans dat de kiezers ons weer weten te vinden en ons
hun vertrouwen schenken. Alleen vanuit eigen kracht en geloof in eigen
kunnen hebben coalities zin. Dat is ook ‘positief links’: Het is tijd
dat onze partij en links in het algemeen, haar zelfvertrouwen hervindt,
maar niet door autistisch de problemen te ontkennen maar door in woord
én vooral daad te werken aan linkse oplossingen, die wel echt werken.
Dat geeft pas echt hoop aan linkse mensen. Alleen vanuit een herwonnen
zelfvertrouwen kan de sociaal-democratie een nuttige en zeer gewenste
bijdrage leveren aan een hernieuwde linkse samenwerking. Alleen dan
versterken we vanuit onze PvdA het linkse strijdtoneel. Nu de SP werk
probeert te maken van een nieuw meer democratisch leiderschap,
GroenLinks dat al gevonden lijkt te hebben, is het hoog tijd dat dit ook
in onze PvdA gerealiseerd wordt.
Het is een andere droom dan die van Diederik. Ook ik heb u daarbij
nodig. Dus vraag ik u, hier, doe met me mee, dan gaan we gezamenlijk,
schouder aan schouder, vechten voor herstel van onze linkse waarden in
onze politieke praktijk. Op naar de toekomst, met de PvdA linksom!
Fijne zondag,
Gerard Bosman
Het lijkt Spanje wel. De PSOE heeft na het dramatische beleid van PP de kans om "hun plannen" door te voeren maar moet dan een links front vormen met oa Podemos.Het beleid dat deze laatsten voorstellen is een droom voor iedereen die het moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Door de interne verdeeldheid binnen de PSOE en het haantjesgedrag van Sanchez lijkt alles nu in gevaar te komen. Laat ons hopen.
BeantwoordenVerwijderenFantastisch artikel trouwens.